K. Boom F.C.

image003

Ontstaan 

Het aanknopingsjaar is 1907, toen werd Turnkring Boom een officiële voetbalclub.

Wegens ontoereikende geldmiddelen liep de vereniging enkele schorsingen op bij de K.B.V.B.

Dit bracht de aangeslotenen op de idee de beschreven lei af te vegen en te van nul te herbeginnen onder de naam van BOOM FOOTBALL CLUB. 

De club trad op 16 maart 1913 toe tot de Belgische Voetbalbond (B.V.B.) onder het stamnummer 58, met als clubkleuren blauw/wit.

Een en ander vond plaats onder het impuls van de heren Louis De Winter, Victor Lanie, August Van Bourgonie, Gaston Wierinckx en mogelijk nog enkele anderen. De eerste voorzitter van Boom F.C. was de heer Flor Cleurbaut.

Jubilieum

Het gloriejaar 1938 werd niet enkel gevierd om het behalen van de kampioenstitel en het aantreden in de hoogste afdeling, maar ook om het “25-jarig” bestaan van de club.

Bij deze werd de club tot “Koninklijk” benoemd en was het niet meer Boom Football Club maar wel de Koninklijke Boom Football Club.

1963 Bracht K. Boom F.C. in een dubbele vreugde. Het “50-jarig” bestaan van de club werd uitgebreid gevierd, maar tevens het behalen van de kampioenstitel in 3 e Nationale, zodat de club promoveerde naar 2 e Nationale Afdeling.

Bestuursleden: 

De eerste: 

Voorzitter Flor Cleurbaut
Erevoorzitter Leon Verbist
Secretaris Raymond De Herdt
Overige bestuursleden Louis De Winter 

Victor Lanie 

August Van Bourgonie 

Gatson Wierlinkx 

De laatste (club 96): 

Voorzitter  Kamiel Coenaerts 
Ondervoorzitter  Karel Tobback 
Secretaris   Camiel Cop
Sportief verantwoordelijke  Eddy Laevaert 

Accommodatie en de terreinen

Aangezien de club over geen financiële middelen beschikte, moest iedere speler zorgen voor eigen materiaal en moesten alle andere onkosten ook zelf gedragen worden.

Van vergoedingen was er dus geen sprake. De spelers wensten echter dat er entreegeld zou geïnd worden. Daarom eisten zij, dat hun terrein, toen gelegen in de Molenstraat, van een omheining zou voorzien worden.

De clubleden moesten deze omheining zelf plaatsen.

Het hout voor de werken werd geleverd door de heer Lamot Richard, die later als tweede voorzitter van Boom F.C. zou fungeren.

In 1938, tijdens het 25-jarig bestaan van de club, debuteerde Boom F.C. in de hoogste klasse. De club had inmiddels zijn intrek genomen aan de Velodroomstraat, waar het met wisselend succes bleef tot in 1967, toen de gronden werden verkocht als bouwgrond.

Daarom moest de club intrek nemen in het Gemeentelijk Parkstadion.

Tot 1970 hadden de installaties ook een echt provinciaal karakter met enkele trappen staanplaatsen aan de kant van het park, achter de doelen en naast de kleedkamers aan de kant van de Acacialaan.
Dat jaar liet de gemeente, die het terrein van de provincie had overgenomen, boven op de kleedkamers de steile hoofdtribune optrekken. Dit om het thuispubliek van Boom FC meer comfort te bieden.

Boom FC was toen een derdeklasser met een sterke thuisreputatie en het trok de prestaties die het aan de Velodroomstraat leverde, door in het Gemeentelijk Parkstadion.

De in 1969 tot voorzitter verkozen Raoul Rothiers had grootse plannen met de club van de steenbakkers, die het jaar daarop van de gemeenteraad een volwaardige topklasse tribune kreeg, hoewel de ploeg nog lang geen deel uitmaakte van de voetbalelite.

De tribune die in de herfst van 1970 werd gebouwd, werd pas zeven jaar later een eersteklasse-arena.

In 1972, toen de club vlot meedraaide in de tweede klasse, werd de verlichting geplaatst die werd ingehuldigd op een barkoude en mistige decemberavond met een wedstrijd tegen de Hongaarse topformatie Ferencvaros.

Het Gemeentelijk Parkstadion dat ondanks de sportieve neergang van de club zijn gezellige karakter heeft weten te bewaren ontvangt nu, met bescheiden middelen, alle provinciale tegenstanders van K. Rupel Boom F.C.

Sportieve evolutie

Tijdens de oorlogsperiode 1914-1918 lag de normale voetbalbedrijvigheid grotendeels lam, zodat Boom FC zich slechts na de eerste wereldbrand kon laten gelden.

In het jaar 1921-1922 werd al de eerste Antwerpse kampioenstitel behaald, zodat er werd opgeklommen naar de toenmalige bevordering. De vreugde was slechts van korte duur, want het daaropvolgende seizoen diende de weg terug begonnen te worden.

Tijdens het seizoen 1924-1925 werd het opnieuw primus in de reeks en kon zo de promotie maken naar de landelijke reeksen. Deze reeksen zou Boom FC ook nooit meer verlaten.

Op het 13-jarig bestaan, miste de club net de kans om te stijgen naar de, in die tijd, hoogste reeks. Door de oprichting van een nieuwe ereafdeling profiteerden de Bomenaars het volgende jaar, om dan toch in de eerste afdeling te spelen.

In 1929 degradeerde de club naar bevordering, maar door een splitsing van de afdeling, mocht in 1931 de promotie naar eerste afdeling dan toch gevierd worden.

Met wisselend succes werd in deze reeks gedurende verschillende jaren aangetreden.

Toen brak het gloriejaar 1938 aan, waarin Boom FC de algemene titel behaalde en zo promoveerde naar de hoogste afdeling. En dit allemaal tijdens het 25-jarig bestaan van de club en de benoeming tot “Koninklijke”!

Tijdens de noodcompetitie konden de Steenbakkers zich handhaven in de hoogste afdeling, maar in 1949 begon de aftakeling van de oudste club in de Rupelstreek, de degradatie kon dus ook niet uitblijven.

De financiële moeilijkheden in de vereniging namen toe en het ging van kwaad naar erger.

Door een kleine heropvlakkering kon de club zich toegang verschaffen tot de excellentiereeks in 1951-1952, maar dit was slechts een balsem op een open wonde die in 1959 nog feller ging ontsteken door de degradatie naar 3 e afdeling en ei zo na naar bevordering.

De club werd terug gezond door de verkoop van gronden gelegen achter de Beukenlaan, waar de jeugd speelde en iedereen was ervan overtuigd dat met deze financiële impuls een nieuwe bloeiperiode kon aanbreken.

Tijdens het seizoen 1962-1963 werd K. Boom F.C. kampioen in de 3 e nationale afdeling en promoveerde zo dus terug naar 2 e nationale afdeling.

Hier draaiden ze enkele seizoenen vlot mee tot men na het seizoen 1969-1970 degradeerde naar 3 e klasse.

Deze misstap werd het volgende seizoen rechtgezet door terug te promoveren naar 2 e klasse.

Na 6 jaar wroeten in 2 e nationale, nam K. Boom F.C. 28 jaar later (1977) opnieuw zijn plaats in, in de hoogste afdeling.

Een succesvol weerzien werd het niet, de steenbakkers bengelden constant onderaan en eindigde dat jaar op de laatste plaats op één punt van Cercle Brugge dat mee degradeerde naar de tweede klasse.

Boom beleefde dus weinig plezier aan dat seizoen bij de voetbalelite. Het was ook tevens het eerste jaar dat er eersteklassevoetbal in het Gemeentelijk Parkstadion gespeeld werd.

Tijdens het seizoen 1978-1979 speelde de club weer in 2 e nationale. In deze reeks draaide de motor beter, zodat K. Boom F.C. na enkele jaren toch terug naar de allerhoogste afdeling mocht.

In het seizoen ‘92-93 mochten de blauw/witten voor het laatst van topvoetbal proeven.

Van dan af gleed de club, gebukt onder zware financiële problemen en met het zwaard van Damocles boven het hoofd wegens dreigend faillissement, af naar bevordering waar het in 1996 als club in vereffening speelde.