Historiek
Dit leidde tot een bijeenkomst van 5 goede vrienden: Leon Waumans, Kamiel Van Camp, Gustaaf Piessens, Karel Cleerbout en Fik Cleerbout. De stichting was een feit!
De 5 pioniers ontleende de naam van de nieuwe voetbalvereniging aan de rivier die Boom bespoeld en kozen spontaan zwart/wit als clubkleuren.
De stichters bleven echter niet bij de pakken zitten en nodigden alle Boomse verenigingen uit op de uiteindelijke stichtingsvergadering, die plaatsvond op 13 maart 1934. Victor Moureau werd de eerste secretaris van de club.
Na de vergadering werd aan de aanwezigen de kans geboden om zich in te schrijven en lid te maken van de pas opgerichte voetbalclub.
Tijdens deze vergadering werd tevens beslist een aanvraag tot aansluiting te richten aan de Koninklijk Belgische Voetbalbond, aangezien men van oordeel was dat het pas opgerichte Katholiek Sportverbond weinig toekomstmogelijkheden bood.
Een bestuursafvaardiging zakte even later af naar Antwerpen om er tijdens een vergadering van het Provinciaal Comité de aanvraag tot aansluiting bij de K.B.V.B. te verdedigen.
Als bijzonderste reden tot staving van de oprichting van Rupel Sportkring werd opgegeven dat alle kleine, niet georganiseerde straat- en wijkploegen tot één groot, kameraadschappelijk midden zouden samenbrengen en op die manier onder kundige leiding zouden geplaatst worden.
De voetbalbond oordeelde dat het aantal inwoners van de gemeente Boom voldoende groot was om de oprichting van een 2e club te verrechtvaardigen en keurde de aanvraag goed.
Rupel Sportkring werd ingeschreven en kreeg het stamnummer 2318 toegewezen
Net zoals met het 25-jarig bestaan, werd ook nu niet enkel het “50-jarig” bestaan gevierd, maar ook om de promotie naar 2 e provinciale afdeling. Op 2 juni 1984 werd de volledige club ontvangen in het gemeentehuis en op 23 juni 1984 en was er een jubileumbanket voorzien voor 220 personen. Hier werden letterlijk en figuurlijk de bloemetjes buitengezet tot in de vroeg uurtjes. De voorafgaande eucharistieviering stond in het teken van het motto: “Dankbaar voor het verleden, … hoopvol voor de toekomst!”
Dit terrein werd destijds aangelegd door de K.A.J. op gronden die eigendom waren van steenbakker Edward Van Reeth die slechts af en toe gebruik maakten van het voetbalveld. Kleedkamers waren er niet, zodat spelers zich dienden om te kleden in een nabijgelegen schuur.
De K.A.J.-leiding had dan ook geen enkel bezwaar tegen de overname van het terrein door Rupel Sportkring, op voorwaarde dat zij er af en toe nog eens gebruik van mochten maken.
Na enkele besprekingen kreeg de club de toelating van de eigenaar, Edward Van Reeth, om het bestaande voetbalveld te verbeteren en uit te bouwen naar de normen van de K.B.V.B., dat wil zeggen voorzien van kleedkamers en een (betonnen) omheining, zodat inkomgeld voor de wedstrijden kon worden geïnd.
Op 29 mei 1934 werd er besloten dat Frans Van De Vel uit Lint de werken mocht uitvoeren voor een bedrag van 13.799 BEF.
Op 25 juli 1934 was het terrein op de Krekelenberg volledig speelklaar. Het bestuur kon met voldoening een mooi speelveld van 105m bij 58m, 3 kleedkamers en een betonnen omheining aanschouwen.
Tijdens de maand september van 1935 werd er een 4 e kleedkamer bijgebouwd.
Het bestuur was er zich van bewust dat de terreinen op de Krekelenberg niet voor altijd de thuishaven van de zwart/witten zou zijn, daarom gingen ze op zoek naar een andere locatie, vooraleer de mededeling zou komen van de eigenaar, Edward Van Reeth, om de gronden te ontruimen voor de uitbaggering van de kleilaag.
Men moest niet lang zoeken, want tussen de Kruiskenslei en de oude Antwerpse Steenweg, lag immers een groot stuk braakliggend land dat op 22 maart 1938 eigendom was van de Heilige Hart-parochie, maar door de mobilisatie en het uitbreken van de oorlog zou er van de aanleg van een volledig nieuw terrein niets in huis komen.
Daarom nam het bestuur van Rupel Sportkring onmiddellijk contact op met het Antwerps Provinciebestuur, dit om toelating te bekomen om over het voetbalveld te kunnen beschikken, dat in het Boomse park gelegen was.
Na vele afspraken mocht Rupel SK zijn intrek doen in het gemeentelijk parkterrein tijdens het seizoen 1941-1942.
Vanaf het seizoen 1959-1960 kreeg de Boomse atletiekclub ook de toelating om van het voetbalterrein gebruik te maken en het bestuur van Rupel SK begreep toen al dat deze wijziging in de toekomst voor problemen zou zorgen. Het veelvuldig gebruik van de terreinen zou zeer nadelig zijn voor de grasmat. Dit was de aanleiding om weeral op zoek te gaan naar een nieuwe geschikte plaats.
Ditmaal lieten ze hun oog vallen op een grote, braakliggende grondstrook aan de Molenstraat, dat eigendom was van de gebroeders De Wachter. Zij waren bereid om hun grond te verkopen, maar Rupel SK had niet de financiële middelen. De deken van Boom, Jan Van Loon, had die middelen wel en hij zou de grond dan verder verhuren aan de zwart/witten. In maart 1960 begonnen de bestuursleden, supporters en spelers zelf aan de aanleg van de terreinen en de kleedkamers. Het B-terrein werd pas aangelegd in 1967.
Het bestuur beschouwde dit seizoen als een proefjaar.
Het seizoen 1935-1936 betekende voor Rupel Sportkring pas de echte start, daar is geen twijfel over, want in dit jaar werden ze voor het eerst al kampioen in de 3 e gewestelijke afdeling, reeks F en mocht via een eindronde promoveren naar de 2 e gewestelijke afdeling.
In deze afdeling speelden ze kampioen tijdens het seizoen 1938-1939 en zou bijgevolg het volgende seizoen in 2 e provinciale afdeling uitkomen, maar …
De 2 e WO bracht heel wat veranderingen met zich mee in de organisatie van de K.B.V.B. Zo werd een noodcompetitie opgericht tijdens de seizoenen 1939-1940, 1940-1941 en 1941-1942. In deze competitie won Rupel SK nagenoeg alles, maar tevergeefs want na de oorlog moesten alle clubs terug hun oorspronkelijke plaats innemen die behaald was op het einde van het seizoen 1938-1939.
Vanaf het seizoen 1942-1943 kende de officiële competitie van de K.B.V.B. opnieuw een normaal verloop en startte Rupel SK in de 2 e provinciale afdeling, waar het de promotie kon afdwingen naar bevordering in het seizoen 1945-1946.
Bij aanvang van het nieuwe seizoen koesterde het bestuur de stille hoop dat het behoud in nationale bevordering zou verzekerd worden. Dit lukte hen ook het eerst volgend seizoen, maar tijdens het seizoen 1947-1948 liep het minder goed af en moesten de Boomse zwart/witten bijgevolg af te dalen naar de provinciale reeksen.
Maar “Waar een wil is, is een weg” en met dit spreekwoord in gedachte, werd Rupel SK het volgende seizoen de over verdiende kampioen en mocht zo terug naar de nationale reeksen
In het seizoen 1950-1951 behaalde ze voor de 4 e keer een kampioenstitel en mochten zo stijgen naar de eerste nationale afdeling.
Zo bereikte Rupel Sportkring, amper 16 jaar na zijn stichting, het onbetwistbare hoogtepunt in zijn geschiedenis, dat omwille van de huidige omstandigheden en verhoudingen in de hedendaagse Belgische voetbalwereld nooit meer zal geëvenaard worden …
Tijdens het seizoen 1951-1952 speelden ze in de op één na hoogste afdeling van de Belgische competitie. Maar het hoogtepunt van dat seizoen was de allereerste derby tegen K.Boom F.C. en deze vond plaats op 11 november 1951 op de terrein van K.Boom F.C., aan de Hollezijp en werd met 2-0 verloren.
Nog een onvergetelijk moment was de enige thuiswedstrijd die Rupel Sportkring ooit speelde tegen K.Boom F.C. , dit heuglijk feit vond plaats op 24 februari 1952.
De wedstrijd eindigde op 1-2 in het voordeel van de blauw/witten.
Door reorganisatie van de competitie moest Rupel SK tijdens het seizoen 1952-1953 uit komen in de nieuwe 3 e nationale afdeling.
Na 2 jaar standhouden, moesten ze in 1954 toch terug afdalen naar bevordering.
Tijdens het seizoen 1957-1958 duurde het tot de laatste speeldag, om te weten wie naar 1 e provinciale moest afdalen. In deze zenuwslopende degradatiestrijd moest Rupel SK toch het onderspit delven en zakte zo dus ver af naar 1 e provinciale afdeling.
Dit was slechts van korte duur, want het seizoen erop, behaalden ze hun 5 e kampioenstitel en de poort naar nationale bevordering stond terug open.
Na 4 seizoenen goed meegedraaid te hebben in bevordering, moesten ze er het 5 e seizoen (1963-1964) toch aan geloven en degradeerden ze naar de 1 e provinciale.
En het ging van kwaad naar erger, want het jaar erop zakten ze zelfs naar 2 e provinciale. In een korte tijdspanne van 2 seizoenen was Rupel Sportkring van een fiere bevorderingsclub teruggevallen tot een schuchtere 2 e provincialer.
De club had gedurende 7 jaar een vaste stek in de 2 e provinciale, maar moest deze ook afgeven tijdens het seizoen 1971-1972 en degradeerde dus naar de 3 e provinciale afdeling.
Na 4 seizoenen hard werken, eindigden de zwart/witten op de 2 e plaats in de eindrangschikking en deze gaf ook recht op promotie. Dus in 1976 stond Rupel SK terug in 2 e provinciale.
Tijdens het seizoen 1979-1980 behaalde Rupel SK, na 4 jaar 2 e provinciale, zijn zesde kampioenstitel en mocht zo dus weer even proeven van de 1 e provinciale.
Inderdaad even, want het seizoen erop moesten ze direct terug af zakken naar de 2 e provinciale, omwille van het te grote klasseverschil.
En de zwart/witten bleven slecht presteren en zakten dan ook meteen door naar de 3 e provinciale afdeling, de op één na laagste afdeling van de K.B.V.B.
In het seizoen 1983-1984 was er terug reden tot vieren, want Rupel Sportkring behaalde de promotie na een minicompetitie en mocht zo terug naar 2 e provinciale afdeling.
In deze reeks konden ze enkele jaren stand houden,maar moesten ze toch af zakken naar lagere reeksen. Sportief ging het met K. Rupel SK bergaf, totdat ze in het seizoen 1995-1996 kampioen speelden in 4 e provinciale en zo dan toch terug in de 3 e provinciale afdeling terecht kwamen.
Dit was dan ook het laatste hoogtepunt van de zeer rijke voorgeschiedenis van de K. Rupel Sportkring.